CGRP remmers

Over CGRP's

In de preventieve aanpak van migraine zijn tot hiertoe altijd behandelingen gebruikt waarvan meestal bij toeval duidelijk werd dat ze konden helpen om aanvallen van migraine in frequentie, intensiteit of duur te beperken. Het gaat dan over middelen die gebruikt worden in de behandeling van hoge bloeddruk of hartritmestoornissen ( oa. Beta- blokkers zoals propranolol, metoprolol, bisoprolol of candesartan..), middelen die bij epilepsie gebruikt worden ( anti-epileptica zoals valproinezuur, topiramate, lamotrigine..) of antidepressiva. Deze middelen zijn verre van ideaal en dit om meerdere redenen. Zo hebben ze elk hun eigen nevenwerkingen die uiteindelijk vaak de reden zijn tot stoppen van de behandeling. Ook duurt het bij deze middelen vaak lang ( 3-4 weken of langer bij zoeken naar de juiste dosis) om een effect op de aanvallen op te merken. Meestal omwille van de nevenwerkingen of het beperkt effect van de behandeling, is 75 % van de patiënten na zes maanden al gestopt met de behandeling.

In de afgelopen jaren zijn nieuwe middelen ontworpen die op basis van kennis over wat er bij een migraine aanval gebeurt, doelgericht kunnen werken. In de aanloop naar een aanval, speelt een eiwit, namelijk het CGRP eiwit ( Calcitonine-Gen- Related-Peptide) een belangrijke rol. Na vrijzetting van dit eiwit tussen de zenuwuiteinden en de bloedvaten van hersenvliezen, zal dit eiwit binden op een ontvanger of “ receptor” en zullen door het binden van dit eiwit op de receptor, bloedvaten uitzetten waardoor ontstekingsstoffen vrijkomen en de hoofdpijn optreedt. Ook ter hoogte van andere structuren die een rol spelen bij migraine, zijn dit eiwit en zijn receptor belangrijk in het tot stand komen van de aanval.

De recent ontwikkelde geneesmiddelen zijn antistoffen die zeer doelgericht aan ofwel het eiwit ( galcanezumab, Emgality ® en fremanezumab, Ajovy ®) ofwel de receptor ( erenumab, Aimovig ®) zullen binden. Antistoffen zijn zeer grote moleculen en kunnen enkel toegediend worden in de vorm van een inspuiting of infuus.

Voordelen van deze behandelingen zijn vooral de snelheid van werking, de efficiëntie en het beperkt optreden van nevenwerkingen.

Nevenwerkingen zijn zeer beperkt maar verschillen wel naargelang het middel inwerkt op de receptor ( Aimovig ®) of op het eiwit ( Ajovy ® en Emgality®). Bij werking op de receptor kan obstipatie optreden alsook jeuk, spierkrampen of spierpijn. Bij werking op het eiwit treedt soms hoesten of het gevoel van een keel-of neusverkoudheid op. Er zijn tot hiertoe geen ernstige nevenwerkingen vermeld.

Het toedienen gebeurt bij Aimovig ® en bij Emgality ® met een pensysteem ( autoinjector) aan een dosis van 70 of 140 mg en dit om de 4 weken ( Aimovig ®) of met éénmalige oplaaddosis van 240 mg, zijnde twee spuiten, gevolgd door 120 mg of één injectie per maand (Emgality ®). Bij Ajovy ® gebeurt de toediening door middel van een spuitje en dit éénmaal per maand of met 3 spuitjes die om de drie maanden tegelijk gezet worden. Alle inspuitingen gebeuren onderhuids (subcutaan) en dit ter hoogte van de buik ( wel op voldoende afstand van de navel), de bovenbenen of bovenarmen.

De middelen moeten bewaard worden in de koelkast maar worden best minstens een half uur voor de toediening uit de koelkast gehaald. Aimovig ® en Emgality ® kunnen tot een week buiten de koelkast bewaard worden voor injectie, voor Ajovy ® is dit 24 uur. De behandelingen mogen niet gestart worden bij zwangerschap of bij patiënten die een geschiedenis hebben van ongecontroleerd hartlijden of beroertes. De studies gebeurden ook enkel in de leeftijdscategorie van 18 tot 65 jaar zodat men zich best, voorlopig althans, aan deze leeftijden houdt.

De terugbetaling zal voorbehouden worden voor patiënten die wel al andere behandelingen geprobeerd hebben ( minstens uit twee verschillende klassen zoals beta-blokkers en anti-epileptica) en met een bepaald minimum aantal migraine dagen per maand. De kostprijs van de behandeling maakt immers een breed gebruik onmogelijk. Bovendien zijn nu nog gegevens nodig over werking op lange termijn maar ook over veiligheid. Het CGRP eiwit en ook de receptor zijn nog op andere plaatsen in het lichaam aanwezig en het blokkeren daarvan kan misschien ook andere gevolgen hebben.

Vooraleer deze behandelingen aan bod mogen komen zou zeker eerst met de patiënt een algemene aanpak van de migraine moeten besproken worden. Het opsporen van uitlokkers en deze vermijden alsook het snel en correct behandelen van de aanvallen blijven de basis van een goede aanpak. Dat vergt zowel van patiënt als van de arts een inspanning die gelukkig meestal wel beloond wordt door vermindering van de aanvallen en het terugkrijgen van een bestaan dat niet meer bepaald wordt door het “migraine-monster”. Enkel een beperkte groep zal er ondanks die inspanningen niet in slagen om de aanvallen goed onder controle te krijgen en als dan ook de klassieke medicatie faalt of teveel nevenwerkingen geeft, kunnen de CGRP eiwit- of receptorantistoffen zeker hulp bieden. De toekomst zal moeten uitwijzen of patiënten die op één middel niet reageren ( vb de receptor antistof) wel effect kunnen hebben van een ander middel ( vb antistof tegen eiwit). Naarmate we deze middelen meer zullen kunnen gebruiken, zal daar meer duidelijkheid over komen

Naast deze behandelingen kunnen er in de toekomst ook nog nieuwe aanvalsbehandelingen op de markt komen die ook op het CGRP mechanisme inwerken. De ontdekking van dit eiwit en zijn receptor heeft dan ook een grote impact op de aanpak van migraine en zal ons hopelijk in staat stellen om het leven van vele migraine patiënten te verbeteren.

Tekst: Dr. Elizabet Boon Neurologiecentrum Vlierbeek